|
Berner sennen
honden sinds 1982! Wederzijds vertrouwen en eerlijkheid komen bij ons
op de eerste plaats!
Alles over
de opvoeding
v.d
Berner sennenpup
Gewichtstabel
Berner (van 8
weken tot 18 maanden)
Gewichten
zijn afhankelijk van de bouw en het temperament van je hondje
8 weken |
6 tot 8 kg |
3 maand |
10 tot 14 kg |
5 maand |
20 tot 26 kg |
7 maand |
26 tot31 kg |
9 maand |
31 tot 37 kg |
12 maand |
37 tot 43 kg |
15 maand |
43 tot 50
kg |
18 maand |
45 tot ........kg |
Groeitabel
Berner van
8
weken tot 15 maand
Door het
feit dat rasstandaard tussen de 58
en 70 cm is is
het moeilijk om een goede groeicurve weergave te geven.
De grootte van de teven is tussen de 58
cm en 66cm.De
grootte van de reuen tussen 64
cm en 70 cm.
De
eerste 8 maand gaat je berner het hardste groeien.Daarna komt
hij
meestal tot stilstand om daarna vanaf +- 10 maand nog enkele
cm bij te
groeien tot 12 maand, mogelijk kan er dan nog maximun 2 cm bijkomen.Op
15 maand is de berner op grootte. |
Voeding
voor de jonge hond
Uw
hondje is ongeveer 8 weken
als u het bij ons komt halen.Als voeding
heeft de pup Starter van Royal Canin
gehad tot 5
a 6 weken en daarna Maxi Puppy van
Royal Canin. Dit
voeder kan droog gegeven
worden.U kan best nog 2 a 3 zakken Maxi puppy van Royal Canin van15 kg
geven, daarna (rond 5 maand) schakel je
definitief over op een voeding voor
volwassen honden met een maximum van 26% eiwitten,bv Royal
Canin Maxi adult.
Tot
4 à 5 maanden moet uw hondje 3
maaltijden per dag krijgen, daarna
heeft hij voldoende met 2 maaltijden. De
hoeveelheid die je moet geven staat steeds duidelijk op de zak
vermeld. Extra's,
af
en toe
een droog hondenkoekje of een korrel als beloning en je hondje zal veel
vlugger iets
leren. Overdrijf niet met extra’s,de
nodige voedingsstoffen
haalt hij enkel uit de dagelijkse korrelvoeding.
Geef
ook regelmatig een
buffelhuidbeen, bullepees, knook
of mergpijp ze zijn er gek op, het gaat
de verveling tegen, en ze houden een
prima
gebit. Vermijdt
zoetigheid en geef nooit
eten van tafel.
Zorg er steeds
voor dat het hondje vers drinkwater ter beschikking heeft. Je puppy zal
er je dankbaar voor zijn.
|
Medicale behandeling
Inenten en
ontwormen
De
eerste enting heeft je puppy bij ons
gekregen op 6 weken. Op 9 weken kan je nog een herhalings inenting
laten geven. Op 12 weken mag je
hondje definitief ingeënt worden
tegen:
-Leptospirose
of Ziekte van Weil (Rattenziekte).
-Ziekte
van Carré (Hondenziekte).
-Hepatitis
(Leverziekte).
-Parvo
(Kattenziekte).
Deze 4 entingen zijn een coctailenting. U
kan uw hondje ook laten enten tegen
kennelhoest.Dit is nodig als je met je hondje naar de hondenschool wil
gaan, meestal kan je dit ook op 12 weken laten doen,vanaf die ouderdom
mag je
er ook mee naar de hondenschool.De
inentingen tegen hondsdolheid(rabies)zijn
bij ons in vlaanderen niet verplicht, wel
als u naar de ardennen gaat (vanaf dat u
de maas oversteekt) en voor het buitenland.
Dus wanneer je hond mee op vakantie
gaat naar het buitenland, kan je
best tijdig langs de dierenarts
passeren omdat de rabies enting een maand van tevoren moet gegeven
worden.
Je
puppy is driemaal ontwormd
wanneer je het bij ons komt halen. Een drietal
dagen voor de inenting op 9 weken
moet je hondje
weer ontwormd worden, dit doe je
best met Dogminth of Telmin of Drontal, te
verkrijgen bij de apotheker
of dierenarts. Op
12 weken mag je pup dan definitief ingeent worden, maar weer 3 dagen
van
tevoren ontwormen.
Daarna ontworm je na 3 maand nog een keer en daarna ieder half jaar
je, zo hou je een gezonde en
wormvrije hond. |
Verzorging
van de berner sennenhond
De
Berner pup is op 8 weken een
wollig beertje met plushaartjes, deze nestharen worden na enkele
maanden vervangen door de definitieve vacht, beginnende bij staart en
langzaam doorkruipend naar de kop totdat de hele vacht gewisseld is.
Het
is van belang je puppy dagelijks een borstelbeurt te
geven. Dit is nodig omdat hij er
zo snel aan went, het masseert
de huid en u zal in huis weinig last
hebben van hondenharen.
Ogen alleen schoonmaken als er
vuil in de ooghoek zit, en dit met propere vingers of met een vochtig
watje of doekje. Doe dit
wel voorzichtig zodat u het oog niet beschadigt.
Een Berner wordt nauwelijks
gewassen, als u hem regelmatig borstelt is dit niet nodig.Alleen als
hij zich in stinkende troep heeft gerold zal u hem moeten wassen
en dit doet u best met een desinfecterende
shampoo.
Hij is dol
op gezelschap (zit dus echt niet graag alleen en constant in
een hok). Belangrijk is dat hij ’s
nachts een frisse slaapplaats
heeft, maar in de winter zeker niet in de tocht ligt.
|
HD:Heupdysplasie ---
ED:Elleboogdysplasie zie ook www.samaika.be/gezondheid-bernersennen.html
Heupdysplasie
ook HD genoemd is een
gedeeltelijk erfelijke afwijking van de heup gewrichten, sinds er
verplicht
gerontgend moet worden op HD wat al meer dan 20 jaar gebeurt door
fokkers die
aangesloten zijn bij de rasclubs in alle Europese landen, is deze
afwijking
heel erg onder controle, en komt deze afwijking eerder zelden voor
omdat er
meestal in 10 generaties of meer met HD vrije (A-B) honden gefokt word.
De
erfelijke vorm van Heupdysplasie is meestal waar te nemen tussen de 6
en 12
maanden. Met honden tot maximum graad C mag er gefokt worden al is dat
af te
raden.
Naast een genetische aanleg is voeding ook van groot
belang.
Indien honden gevoed worden met een dieet dat veel calcium bevat, een
foute
calcium/fosfor verhouding of een hoog energiegehalte heeft is de kans
op het
ontstaan van heup dysplasie een stuk groter. Een goed dieet
beperkt de
kans op elleboogdysplasie dus aanzienlijk.
HD is voor een deel erfelijk ongeveer 34% dus ongeveer 66% komt door
een
slechte beweging en slechte voeding, vooral de eerste 15 maand zijn zo
belangrijk voor het al dan niet ontwikkelen van heupdysplasie en of
elleboodysplasie Hopelijk
houd u zich aan
de tips hieronder om HD en ED te voorkomen.
-Geef uw opgroeiende hond een uitgebalanceerd fabrieksvoer met een laag
eiwitgehalte (max 26%). Dit is om te snelle groei te voorkomen.
-Maak hem niet te dik, u moet zijn ribben kunnen tellen.
-Geef GEEN extra beendermeel of vitamines. In het fabrieksvoer
is dit in
de juiste verhoudingen aanwezig. Ook als beloning geeft u best een
hondekorrel.
-U moet regelmatig met uw hondje wandelen om spiermassa
aan te
kweken, maar nooit meer dan 7 minuten aan één stuk per maand
ouderdom.
Dit mag 2 a 3x per dag.
-Geen trappen lopen en niet op of van een verhoog laten springen
(vb.
verhoogd terras).
-Een gladde vloer in huis geeft heel erg de aanleiding
tot het
krijgen van botafwijkingen bij de opgroeiende hond. Voorzie dan
zeker
matten zodat zijn pootjes goede grip hebben.
-Te wilde spelletjes, met andere honden, (veel korte draaibewegingen)
moet u vermijden. Niet tegen u op laten springen, Als de pup
zich terug
trekt om te slapen moet u hem rustig laten doen.
Deze
raadgevingen houd u minstens 12 maanden of nog beter 15 maanden vol.
Indien
u zich aan deze regeltjes houd is de kans heel groot dat u een flinke
en gezonde berner sennenhond krijgt waaraan u jarenlang een trouwe
kameraad zal hebben.
|
Wij wensen je alle geluk en
liefde
toe met je nieuwe mensenvriend.
Weetjes
Koop
nooit een pup jonger
dan 7 weken.
-Je koopt geen
herder om dan te klagen dat hij je bewaakt, zelfs tegen
jouw beste vrienden, of je koopt ook geen grote hond om achteraf te
klagen dat hij zoveel geld kost aan voer.
Bedenk
dat elke hond niet jachtgericht of kindvriendelijk geboren wordt.
-Informeer
vooraf wat je wil met je hond,gezelschap of voor sport, één
met jachtbloed,waker, schoonheid,gehoorzaamheid, binnen of buiten
slapen
enz. informeer je grondig voor de aankoop en praat met verschillende
fokkers.
Doe
er
alles aan om je hond op de juiste manier op te voeden.
-Als
je hond zit of iets doet wat je wel apprecieert, laat het dan ook horen
en voelen en beloon met een lievelingssnoepje.
-Voordeel voor de mens is dat hij kan simuleren en uitlokken, een dier
kan dit niet.
-Je
kan je huisdier lustgevoelens geven met voer en warmte. Hoe groter het
lustgevoel op een bepaald moment, hoe groter de kans op een juist of
beter gedrag.
Nooit
iets toelaten dat hij op volwassen leeftijd ook niet mag.
-Schreeuwen
tegen je hond heeft geen enkele zin. Bedenk dat een hond
gemiddeld 17 maal beter hoort dan wij.
-Nooit hondje straffen of troosten als het bang is of schrikt,negeren
is het beste anders wordt het alleen maar angstiger.
-Betast je pup dagelijks en borstel hem zachtjes, dat voorkomt later
verzorgingsproblemen.
-Laat het ook door vreemde mensen doen.
Nooit
toestaan dat de hond bepaalt wanneer een handeling afgelopen is.
-Als
bijvoorbeeld je hond wegloopt tijdens het borstelen, hij heeft er
genoeg van, dan roep je hem onmiddelijk terug en je maakt het borstelen
af (al zijn het maar
twee streken). Dan belonen met wat lekkers.
-Let op als je toch straft, sommige hondjes zijn zo onder de indruk dat
ze op hun rug gaan liggen, stop direkt met straffen, hij kan niet meer
doen.
-Sommige honden plassen uit blijdschap als je thuis komt of als er
bezoek komt. Andere uit allerlei emotionele reacties. Straf niet, het
zijn deemoedplasjes, negeer je hond tot hij zijn emoties de baas is.
-Waarom heeft een pup zo'n
scherpe tandjes? Daarmee ondervindt hij wat er wel of niet op reageert
als hij het uitprobeert.
-Nooit iets geven aan tafel, slechte gewoonte (bedelen). Dit is
vervelend op verplaatsing.
-Op de zetel ofwel nooit, ofwel altijd toegelaten. Ook met vuile poten,
ook als er bezoek is. Bezoekers zijn voor elke hond indringers, zorg
dat hij het leuk vindt.
Voer
geven als je zelf hebt gegeten, de wolvenleider eet ook eerst zelf.
-Puppyvoer(junior
geven tot 9 maanden (klein ras) of tot 5 maanden (
groot
ras). Daarna voer voor een volwassen hond met een maximum eiwit gehalte
van 26 procent, dit is zeer belangrijk om te snelle groei te
vermijden. Lees de
verpakking en hou je daaraan. Bespreek het met je dierenarts.
-Elk duurder voer is kwalitatief beter. Droge voeding is zeer goed en
gemakkelijk ( om mee te nemen op reis) en vooral gezond voor het gebit.
-Geef je hondje
een vast slaapplaatsje in huis en leer het daar te
blijven op jouw bevel (oefenen). Flink belonen.
-Je komt binnen en hij heeft iets stuk gemaakt, niet straffen, je hond
is wel onder de indruk van jouw boos zijn, maar weet echt niet waarover
het gaat, zo maak je enkel zijn vertrouwen in de mens stuk, hij was zo
blij en
krijgt dan op zijn duvel.
-De hond bijt dingen kapot, blaft of plast als hij alleen is, dit is
uit
schrik omdat jij, zijn grote leider, zijn beste vriend, zijn alles, weg
was,in de natuur blijft een roedel samen, een achtergelatene is steeds
in gevaar, je hond blijft
denken als een wolf).
-Leer je hondje alleen blijven met korte periodes, of steek hem in een
bench met een lekkere knook of amusant voorwerp, dat is ook trainen.
-Nooit reageren
als hij blaft of piept of jankt of zeurt of krabt of wat
dan ook, zelfs al ben je boos, hij heeft gewonnen, hij kreeg
aandacht, positief of negatief, hij had aandacht.Wacht tot hij braaf of
stil is en reageer dan.
-Steeds
volhouden, wees daarin zeer consequent.
-Nooit slaan, dat doen honden toch ook niet bij elkaar. Het baasje is
in
zijn ogen ook een hond (de leiderhond).
-Spreek met elkaar af om steeds dezelfde woordjes te gebruiken. Dus
liggen of zit, of nestje. Het is al moeilijk genoeg voor het jonge
diertje.
-Dus geen zinnen zoals, ga eens op je poep zitten, of wil je wel eens
luisteren. Wees
duidelijk en zeg zit of liggen of nestje, en beloon dan
overduidelijk en
jubel, klop eens in je handen, lach of geef een hondekoekje.
Het
wisselen van de tandjes
-Een hond
knaagt altijd graag maar vooral vanaf zijn 4 maanden tot 10
maanden. Dan wisselen zijn tandjes. Geef veel knaagbeentjes ( goedkoper
dan je tafelpoot).
-Zie je hem knagen aan een verboden voorwerp, lok hem weg, geef een
knook of bot om te ruilen en beloon hem dan voor het betere gedrag,
niet
straffen.
Spelen, spelen
en
spelen. Maar jij moet winnen.
-Spelen zoveel
je wil maar jij moet winnen. Het huis mag vol speeltjes
liggen, maar als je de hond laat trekken aan een lapje ofzo, help hem
te lossen en zeg dan los, leg het speeltje weg, nooit laten houden
anders
denkt hij dat hij de
baas mag zijn. Veel spelen is leuk en maakt de binding groter.
-Een
hondje is
zindelijk op 4 à 6
maanden maar niet voor een hele dag. Sommige rassen zijn vlugger dan
andere, sommige terriers zijn niet zo
vlug zindelijk.
-Volhouden en steeds belonen. Voor het eten, na
het eten, voor het
slapen na het slapen, voor het spelen,na het spelen, buiten zetten.
Steeds
flink belonen en liefst op de zelfde plaats zetten en nooit
straffen, weet niet beter.
-Zie
je het gebeuren dan zeg je gewoon nee, niet boos zijn maar het hondje
buitenzetten op zijn plasplaats.
-Heb je het niet zien gebeuren, ruim het gewoon op. Jij moet
beter opletten.
Wagenziek
-Ook honden kunnen wagenziek worden. Als je
ervoor zorgt dat je hond de
auto leuk vindt in plaats van eng, ben je al half geholpen, je doet dit
als volgt.
-De
eerste week vele malen per dag in de stilstaande wagen leuke spelletjes
spelen(trekspelletje). Desnoods 2 weken. Volgende stap, wagen
starten door andere persoon, (niet rijden) blijven spelen niet
troosten als de hond reageert
op het starten. Dit weer een volle week volhouden, meerdere malen per
dag.
-Vervolgens korte afstandjes rijden al spelend, nooit troosten, reageer
zelf ook niet, blijf spelen met zijn favoriete speeltje of knaagbeen
die je hond alleen maar in de auto krijgt.
-Moet je toch ver rijden, geef dan een middeltje
tegen wagenziekte.
Komen:
het grootste probleem dat er is.
-Je leert het
thuis aan en zegt steeds hetzelfde woordje, bijvoorbeeld
"Kom" of "Hier"je lokt hem en geeft dan een snoepje terwijl je
jubelt, oefen dit veel, vooral thuis.
-Maak het dan moeilijker, verstop je achter de deur, blijf belonen.
-Ga er mee buiten waar weinig afleiding is, maak hem los en roep direct
"hier". Beloon zoals thuis.
-Komt er toch iets aan en hij komt niet
wees nooit boos, roep niet maar loop de andere richting uit, verstop je
zelfs achter een boom ofzo
en laat hem eieren kiezen voor zijn geld.
-Gegarandeerd, hij komt naar
jou terug en dan beloon je hem weer. Nooit straffen.
-Wees alfaleider loop weg van hem, hij volgt jou. Wat je niet mag doen
is stilstaan met je jonge hond als hij los is want dan leer je hem dat
hij niet op jou moet letten, maar op zijn omgeving en dan krijg je
problemen.
-Wandel door
zodat hij steeds waakzaam moet blijven om naar jou te kijken dat
voorkomt later het "kom" probleem.
Als je wil stilstaan, roep hem dan bij jou en maak hem vast.
-Later als hij het bevel "blijf" heel goed kent, roep je hem bij je en
laat hem zitten of liggen met het bevel "blijf".
-Kan hij het niet, haak hem vast, laat hem niet in de fout gaan.
Waarom
loopt een hond achter joggers en fietsers ?
-Hij jaagt
achter alles dat beweegt. Stopt de jogger of fietser, dan
jaagt de hond ook niet meer.
-Vele honden halen ook uit naar fietsers. Waarom? Omdat ze winnen.
-Dit
wil zeggen dat ze zich groter en sterker voelen wanneer ze zijn
aangelijnd dan wanneer ze los zijn.
-Ze kijken naar de aankomende fietser. Ze grommen, ze blaffen, ze
willen
bijten.
-De fietser rijdt voorbij en verdwijnt, de hond
denkt, hij is bang van mij, dus hij heeft gewonnen en de volgende maal
doet hij het weer.
-Wat je er
aan kan doen is niet de hond straffen, want dan kan dit gedrag nog
erger worden.
-Neen, je leidt de hond op voorhand af met aandacht voor jou.
-Daarom zijn
aandachtsoefeningetjes zo belangrijk. Hoe meer aandacht voor jou, hoe
groter de beloning.
Waarom
geen slipketting of
sliplijn(stropketting, stroplijn).
Omdat
weinig mensen die op de juiste manier kunnen hanteren. Er is ook
geen gebruiksaanwijzing bij (zou moeten). Een slipketting dient om te
corrigeren dwz OP HET JUISTE MOMENT een flits, zoals een zweepslag te
geven,
anders heeft dit systeem geen nut en is het treiteren.
-De honden krijgen er enkel een gespierde nek van. Kijk maar eens rond
in je
buurt, hoeveel honden zie je niet met een slipketting die toch nog
trekken.
Meestal zijn het slechte komers en uithalers. In de hondenschool lopen
ze wèl
netjes aan de leiband.
-Vele hondenscholen blijven het systeem gebruiken omdat ze op het
oefenplein
resultaat zien. Ze staan er echter niet bij stil dat het niet komt door
de
correcties maar wel door de hondenbazen die zich daar consequent
gedragen. De
hond weet ook maar al te goed dan hij op school is.
-Dikwijls krijgt een hond een ruk met de slipketting op het verkeerde
moment,
de hond dacht juist aan een beter gedrag en Ruk verkeerd. Het moet
FLITS zijn
op het juiste ogenblik.
-Er zijn natuurlijk ook honden die netjes meelopen met een slipketting,
maar
die kunnen ook even netjes meelopen zonder, omdat de hondenbaas het
trekken
nooit heeft toegelaten en heel consequent geweest is.
-Je kan bij echte problemen ook een Gentle-Leader aandoen(dit is zoiets
als een
paarden halster). Daar mag je nooit aan rukken(halshernia). Een nadeel
is dat
de honden het niet graag dragen. Je moet dit langzaamaan trainen, eerst
1
seconde, belonen en dan opbouwen tot 1 minuutje, dan eens een keer
aanlaten
terwijl hij zijn eten krijgt of een spelletje speelt met jou. Nooit
uitdoen als
hij het wil. Uitdoen als hij er geen aandacht aan schenkt.
Apporteren
is iets terugbrengen op jouw bevel.
-Steeds
belonen. Zelfs al heeft hij iets vast dat niet mag, nooit
straffen,negeer, en
geef hem iets anders in ruil en zorg dat hij het verkeerde object niet
meer kan
wegnemen.
-Zo gauw hij iets beetpakt wat toegelaten is, zeg jij diezelfde seconde
vast,zo
leert hij de betekenis van het woord, niet als hij het al vast heeft.
-Zeg nooit los als hij het speeltje nog vast heeft, of als hij er mee
wegloopt.
Zeg los op het moment dat hij het voorwerp lost. Anders denkt hij dat
trekken
of weglopen "los" betekent.
-Loop nooit achter je hond aan, hij vindt het prettig en denkt dat hij
de baas
is of mag zijn. Je kan toch nooit zo hard of zo lang lopen als een
hond, dus je
verliest altijd.
-Als hij niet komt, negeer hem, draai je om en begin te spelen met één
of ander
speeltje of met zijn pieper en doe alsof dat het allerbeste ter wereld
is.
-Hij zal vlug terug bij jou zijn. Wees nooit boos of je krijgt zeker
een kom
probleem.
-Bij het aanleren van onderandere zit gebruik steeds hetzelfde gebaar
van je
arm of hand. Dit is handig om te gebruiken vanop een afstand of wanneer
de hond
je niet kan horen.
Naar
de hondenschool of niet.
-Een
goede hondenschool is vooral nuttig voor socialisatie, vooral jonger
dan zes
maanden is de puppyklas een aanrader, liefst vanaf de 8 weken al.Een
hondenschool heeft vooral nut als je hondensport wil doen en als je
hond het
graag doet. Het is vooral aan te raden als je een probleem hebt.
-Voelt de hondenschool niet goed aan, ga er dan weg. Blijf niet omdat
je toch
betaald hebt of omdat je er iemand kent, er zijn nog scholen.
-Let op, er zijn hondenscholen die je niet kunnen helpen met je
probleem. Die
doen alsof, maar in feite loop je er maar bij om de hoop te vergroten.
Zij
kunnen wel met werkwillige honden werken en dat is voor hun imago heel
goed. Ze
halen prijzen bij wedstrijden en doen het goed op demonstraties. Maar
daarom is
het nog geen goede hondenschool die jou help.
Bedenk altijd
MET
BELONEN EN VEEL GEDULD BEREIK JE MEESTAL MEER DAN MET STRAFFEN.
VEEL
PLEZIER EN GELUK IS GEGARANDEERD ALS JIJ JE HOUD AAN DEZE REGELS !!!
|
|