

|
Berner
sennen honden sinds 1982! Wederzijds vertrouwen en eerlijkheid komen
bij ons op de eerste plaats!
Rasinfo
en Rasstandaard FCI

FCI
nr. 47
28.11.2001 NL * ENTLEBUCHER
SENNENHOND
Oorsprong:
Zwitserland
Gebruik: Drijf-,
herders-, huis- en erfhond. Tegenwoordig ook veelzijdige gebruikshond
en aangename familiehond.
Classificatie
FCI:
Groep 2: Pinschers en Schnauzers, Molossers en Zwitserse
Sennenhonden
Sectie
3: Zwitserse
Berg- en Sennenhonden
Zonder
werkproef.
KORT GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT:
De
"Entlebucher" is de kleinste van de 4 Zwitserse Sennenhonden. Hij komt
uit Entlebuch, dat is een dal in de kantons Luzern en Bern. De eerste
beschrijving onder de naam "Entlibucherhund" dateert uit 1889. Maar nog
gedurende geruime tijd daarna wordt er geen onderscheid gemaakt tussen
de Appenzeller en de Entlebucher.
In
1913 op de hondententoonstelling in Langenthal worden 4 exemplaren van
deze kleine drijfhond met korte staart aan Prof. Albert Heim, de grote
beschermer van de Zwitserse Sennenhondenrassen, voorgesteld. Op basis
van het keurverslag worden zij als vierde Sennenhondenras in het
Schweizerische Hundenstammbuch (SHSB of LOS) opgenomen. De eerste
standaard werd pas in 1927 opgesteld. Op 28 augustus 1926 wordt op
initiatief van Dr. B. Kobler de "Schweizerische Klub für
Entlebucher
Sennenhunde" opgericht en hiermee neemt ook de raszuiver fok en
promotie van het ras een aanvang. Zoals blijkt uit het gering aantal
inschrijvingen in het Zwitserse hondenstamboek (SHSB), ontwikkelt het
ras zich maar langzaam.
De
Entlebucher Sennenhund kreeg als ras een nieuwe impuls toen men tot de
ontdekking kwam dat hij behalve een levendige en onvermoeibare
drijfhond (aangeboren eigenschap), ook nog een uitstekende gebruikshond
was.
Deze
attractieve driekleurige hond heeft zijn liefhebbers gevonden en
kan zich - ondanks een beperkt bestand - verheugen in een toenemende
populariteit als familiehond.
ALGEMENE
VERSCHIJNING:
Net middelgrote, compact
gebouwde hond van iets gesterkt formaat. Driekleurig zoals alle
Sennenhonden, zeer beweeglijk en actief; opgewekte, schrandere en
vriendelijke gelaatsuitdrukking.
BELANGRIJKE VERHOUDINGEN:
-schofthoogte/lengte
lichaam = 8 / 10
-snuitlengte/lengte
schedel = 9 / 10
GEDRAG
EN KARAKTER:
Levendig,
temperamentvol, zelfverzekerd en onbevreesd. Tegenover
bekenden goedmoedig en aanhankelijk; tegenover vreemden iets wat
wantrouwend. Onomkoopbare
waker, opgewekt en leergierig.
HOOFD:
In harmonische verhouding tot het
lichaam, iets wigvormig, droog. De lengteas van snuit en schedel lopen
min of meer parallel.
SCHEDELGEDEELTE:
-
Schedel: vrij vlak en relatief breed; grootste breedte tussen de
ooraanzet en versmalt iets naar de snuit.
-
De achterhoofdsknobbel is nauwelijks zichtbaar.
-
De voorhoofdsgroeve weinig ontwikkeld.
-
Stop: weinig uitgesproken.
AANGEZICHTSDEEL:
-
Neus: zwart, steekt lichtjes uit voor de afronding door de lippen.
-
Snuit: krachtig, goed gevormd, duidelijk onderscheiden van voorhoofd en
kaken, versmalt geleidelijk maar wordt niet spits; iets korter dan de
afstand tussen stop en achterhoofdsbeen. De neusrug is recht.
-
Lippen: weinig ontwikkeld, goed aansluitend bij de kaken en zwart
gepigmenteerd.
-
Kaken / tanden: Een krachtig, volledig en regelmatig schaargebit.
Tanggebit toegestaan. Ontbreken van 1 of 2 x PM1 is toegestaan.
Afwezigheid van M3 is toegestaan.
-
Wangen: weinig ontwikkeld.
-
Ogen: Vrij klein en gerond, donkerbruin tot hazelnootbruin. Levendige
uitdrukking, vriendelijk en opmerkzaam. De
oogleden perfect aansluiten op de oogbol. De
rand van de oogleden zwart gepigmenteerd.
-
Oren: Niet te groot, hoog en relatief breed aangezet. Stevig
en goed ontwikkeld oorkraakbeen. Afhangend,
driehoekig van vorm en aan de punt mooi afgerond.
In
rust vlak aanliggend, bij aandacht aan de aanzet iets opgetrokken en
naar voren gericht.
HALS: Vrij kort en gedrongen, krachtig en
droog. Loopt geleidelijk over in het lichaam.
LICHAAM: Krachtig, iets langgerekt.
-
Rug: Recht, stevig, breed, vrij lang.
-
Lendenen: Krachtig, soepel, niet te kort.
-
Kruis: iets afvallend, vrij lang.
-
Borst: Breed, diep, reikend tot de ellebogen, uitgesproken
voorborst, ribben
matig gewelfd, ribbenkast
langgerekt en rond - ovaal in doorsnede.
-
Onderlijn en buik: iets opgetrokken
STAART:
-
Natuurlijke staart aangezet in het verlengde van het licht afvallende
kruis. Een zwevende of hangende staart wordt nagestreefd.
-
Korte staart van geboorte.
-
Bij de keuring zijn natuurlijke en stompe staart gelijkwaardig.
LEDEMATEN:
VOORHAND: Krachtig
maar niet te zwaar gespierd; niet te eng of te breed gesteld. Voorbenen
kort en fors, recht en parallel en goed onder het lichaam geplaatst.
Schouders: Gespierd,
schouderblad lang, schuin geplaatst en goed aansluitend.
Bovenarm:
- Even lang of slechts iets korter dan het schouderblad.
- Hoek met het schouderblad ongeveer 110° - 120°
Ellebogen:
-
Goed aansluitend bij het lichaam.
Onderarm:
- Relatief
kort, recht, stevig bot, droog.
Middelvoet:
- In vooraanzicht recht en in verlengde van de onderarm
- In zijaanzicht een weinig hellend. Vrij kort.
ACHTERHAND: Stevig
gespierd. Langs achter gezien niet te eng, recht en parallel.
Bovenbeen:
-
Vrij lang,
-
Vormt een vrij open hoek met het onderbeen.
-
Dijen breed en sterk.
Onderbeen:
- Ongeveer even lang als het bovenbeen, droog.
Spronggewricht:
-
Krachtig, relatief laag aangezet, goed gehoekt.
Middelvoet:
-
vrij kort, robuust, loodrecht en evenwijdig geplaatst.
-
St.-Hubertusklauwen moeten verwijderd worden, behalve in de landen waar
dit bij wet verboden is.
VOETEN
-
Goed gerond met gesloten en goed gewelfde tenen en recht naar voren
gericht.
-
Nagels kort en sterk.
-
De voetzolen krachtig en taai.
GANGWERK
- Ruim
uitgrijpend, vrij, vloeiende beweging en met krachtige stuwing vanuit
de achterhand.
- Zowel van voren als achteren gezien rechtlijnige beweging van de
ledematen.
BEHARING
Aard:
- Stockhaar (dubbele vacht)
- Dekhaar kort, dicht aanliggend, hard en glanzend.
- Dichte ondervacht.
- Licht golvend haar op de schoft en/of rug toegelaten, maar is niet
gewenst.
Kleur en aftekening:
- typisch driekleurig
- basiskleur zwart met "geel- tot roestbruine" tan aftekening die zo
goed mogelijk symmetrisch moet zijn. De tan aftekeningen zijn geplaatst
boven de ogen, op de wangen, de vang, de keel, de zijkanten van de
borst en aan de vier voeten. Bij deze laatste ligt de tan tussen het
zwart en het wit.
- De witte aftekening:
- goed
zichtbare smalle witte bles die van de bovenschedel zonder onderbreking
over de neusrug doorloopt en die de snuit volledig of gedeeltelijk kan
omvatten.
- Wit
vanaf de kin, over de keel tot aan de borst.
- Wit aan
de vier voeten.
- Bij een
lange staart is een witte tip gewenst.
Ongewenst maar getolereerd: kleine witte nekvlek (niet groter dan een
halve handpalm).
GROOTTE: Reuen:
44 - 50 cm
getolereerd tot 52 cm
Teven:
42 - 48 cm
getolereerd tot 50 cm
FOUTEN: Alles wat afwijkt van de voorgaande
punten moet als een fout beschouwd worden. De bestraffing van de fouten
moet in verhouding zijn tot de graad van afwijking.
-
gebrek aan geslachtsgebonden kenmerken (teefachtige reu - reuachtige
teef)
-
duidelijk niet harmonisch
-
te zwaar of te fijn bot
-
onvoldoende gespierd
-
bolle schedel
-
te uitgesproken stop
-
te lange, te korte of te spitse snuit, ramsneus
-
licht ondervoorbijten
-
ontbreken van tanden buiten 2 x P1
-
ogen te licht, te diep ingezet of uitpuilende ogen
-
open ooglid
-
oren te laag aangezet, te klein en te spits, opstaand gedragen, vouwoor.
-
Te korte rug, zadel- of karperrug
-
Overbouwd of afvallend kruis
-
Borstkas spichtig of tonvormig, te weinig voorborst.
-
Knikstaart, over de rug gedragen staart
-
Voorhand te weinig gehoekt
-
Voorbenen uitgedraaid of krom
-
Polsen zwak of doorgezakt
-
Achterhand te weinig gehoekt, koehakkig, O-benig, eng in stand
-
Gestrekte tenen, spreidtenen
-
Beweging: korte pas, stram, kruisend, eng
-
Foutieve aftekening: onderbroken
bles, te
grote witte nekvlek, wit
boven de voetwortel (laars), geen
wit aan alle vier de voeten, doorlopende
witte halsband (ernstige fout), onderbroken
wit aan de borst (ernstige fout), voorbenen:
ontbreken van tan tussen wit en zwart (ernstige fout), afwezigheid
van wit aan het hoofd = zwarte hoofd (zeer ernstige fout)
-
onzekerheid, gebrek aan levendigheid, lichte agressiviteit
UITSLUITINGSFOUTEN:
-
angstige of agressieve hond
-
Bovenvoorbijten, uitgesproken ondervoorbijten, scheve mond
-
Entropion, ektropion
-
Gele roofvogelogen, glasoog, blauw oog
-
Ringstaart
-
Haar te lang, te zacht, ontbreken van dubbele vacht
-
Foutieve kleur: ontbreken van één van de drie kleuren, basis kleur
anders dan zwart
-
Ondermaats, bovenmaats t.o.v. de tolerantie.
Alle
honden die duidelijk fysieke of gedragsafwijkingen vertonen zullen
uitgesloten worden.
NB:
Reuen moeten over twee duidelijk normale teelballen beschikken, die
zich volledig in het scrotum bevinden.
Intresse of meer weten
neem contact op met de B.K.Z.S
Belgische Klub voor Zwitserse
sennenhonden.
Links naar enkele erkende fokkers
Malpieheide(Nederland) http://www.malpieheide.nl/ENTLEBUCHER_SENNENHOND.htm
Craveld(Nederland)
http://www.vanhetcraveld.nl/welkom.html
Uit 't Hollandse Entlinest http://entlinest.nl/index.php?page=links
|